PO – groep 7/8

Les 2 – Leven tussen hoop en wanhoop

Praten

Weten

Samenwerken

Wat hebben we geleerd?

Samenwerken

Leven in een asielzoekerscentrum

Het leven in een asielzoekerscentrum is vaak erg zwaar. De bewoners hebben met veel problemen te maken. Deze problemen maken het inburgeren extra moeilijk.

Problemen

1.‘Ik voel me eigenlijk altijd angstig. Dat komt omdat ik als kind in mijn land een verschrikkelijke oorlog heb meegemaakt. Die beelden zitten in mijn hoofd. Ik kan die maar moeilijk kwijtraken.’

2. ‘Ik probeer niet meer te denken aan de vlucht uit mijn land. Ik ben met mijn ouders en zusjes ontzettend lang onderweg geweest voor we eindelijk in Nederland waren. We waren arm en hebben tussendoor nog een paar jaar in Rusland gewoond. We voelden ons geen moment veilig. Helaas komen die herinneringen toch nog vaak terug. Ik slaap er slecht door.’

3. ‘Ik ben zo ontzettend bang dat onze aanvraag om in Nederland te blijven wordt afgewezen en dat we dan worden uitgezet en terug moeten naar ons land.’

4. ‘Ik weet niet meer wat ik moet hopen. We wachten nu al zo verschrikkelijk lang in het asielzoekerscentrum. Nu al meer dan zes jaar. Al die tijd is het net of je niet echt leeft.’’

5. ‘Ik heb mijn familie en vriendjes in mijn eigen land moeten loslaten. Ik mis ze nog elke dag. Mijn ouders willen nooit meer terug naar ons geboorteland. Maar ik wel. Natuurlijk alleen als het daar weer veilig is.’’

6. ‘Gelukkig lukt het me goed om snel de Nederlandse taal te leren. Maar dat is voor mijn vader en moeder veel moeilijker. Daarom moet ik, hoe jong ik ook ben, vaak gesprekken en formulieren voor ze vertalen. Ook ga ik mee naar school als er een ouderavond is. Dan vertel ik aan mijn juf wat mijn ouders in hun taal zeggen. Ik ben soms bezig met dingen die niet passen bij mijn leeftijd.’

7. ‘Ik maak me vaak zorgen om mijn ouders. Ik zie dat ze het heel moeilijk hebben. Ze zijn doodmoe. Ze willen zo goed mogelijk voor mijn broertjes en mij zorgen, maar dat lukt niet altijd. Dan voelen ze zich schuldig. Het maakt ze somber. Dat vind ik lastig om te zien.’

8. ‘Vandaag heb ik gehoord dat we wéér moeten verhuizen. Voor de vijfde keer in drie jaar tijd. Vreselijk, vind ik dat. Want elke keer als ik net op mijn school gewend ben en nieuwe vriendjes heb, moet ik weer weg. In de gemeente Katwijk is een opvangcentrum voor gezinnen. Daar kun je dan langer blijven. Maar helaas is het centrum in Katwijk vol.’

9. ‘Ik ben bang voor de toekomst. Hoe gaat mijn leven eruitzien? Kan ik worden wat ik wil? Word ik gelukkig in Nederland en zal ik mijn geboorteland ooit nog terugzien? Ik voel me erg onzeker.’

Film ‘Helder’
Bekijk dit filmpje van zes minuten. Het gaat over Helder uit Angola die in 2005 uitgeprocedeerd was. Hoe is het sindsdien met hem gegaan? De vraag die ook opkomt is: hoe houd je zo’n zware periode vol?

Extra 1: Rap
Start als inspiratie voor het zelf maken van een rap het filmpje ‘Houd vol!’. Daarin horen we een rap die twee vluchtelingen – P Die (14 jaar) en Little J (13 jaar) – in 2006 schreven. In die rap komt de naam ‘Rita’ voor. Hiermee bedoelen zij de toenmalige minister Rita Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie.